Amerikaanse auto-industrie draaide OV de nek om

In kleinere Amerikaanse steden ontbreekt een ding, wat je in Nederland overal tegenkomt. Naast fietspaden natuurlijk, is dat openbaar vervoer. Hoe komt het dat het openbaar vervoer in de VS zo slecht is? Een verhaal van kapitalisme, maar dan totaal op hol geslagen.

De ineenstorting van het Amerikaanse openbaar vervoer

Dat, terwijl in de dertiger en veertiger jaren het Amerikaanse openbaar vervoer tot het beste ter wereld behoorde. Een Amerikaan maakte in die tijd gemiddeld meer reisjes met het openbaar vervoer dan een Duitser. Er waren in die tijd sjieke passagierstreinen, waarmee je dwars door Amerika, van New York naar San Francisco kon rijden. In de steden waren er tramlijnen, waarmee de arbeiders naar de fabriek of kantoor gingen en de huisvrouwen gingen winkelen.

De sjieke Twentieth Century Express in Chicago in 1938. Voor de doorbraak van het passagiersvliegtuig was dit dé manier om door de VS te reizen.

Van deze voorsprong bleef weinig over. In 2010 maakten Duitsers, zelfs als je rekening houdt met alle andere factoren, vijf keer zo vaak gebruik van het openbaar vervoer als Amerikanen.

Om een idee te geven: de gemiddelde Amerikaan maakt 24 keer per jaar gebruik van het openbaar vervoer. Het volgende land, Nederland, met 51 reisjes meer dan twee keer zoveel. (Waarschijnlijk is dat aantal in Nederland zo laag, omdat we hier zoveel fietsen.) Recordhouder is Zwitserland, zelfs met 237 maal per jaar.

Hiermee is Amerika uitzonderlijk onder de rijke landen. Hoe komt het dat vanaf de vijftiger jaren het openbaar vervoer in Amerika in elkaar stortte?

De succesvolle lobby voor snelwegen

De ideale stad, volgens General Motors in 1939. Bron (Richard Garrison)

De Verenigde Staten staan niet bekend als een land met mooie oude gebouwen. Voor een belangrijk deel komt dat door de sloopwoede van Amerikanen in de jaren 50. De auto stond synoniem aan vooruitgang en alles moest daarvoor wijken. Knusse straatjes in de binnenstad? Weg met die oude troep, tijd voor een parkeerplaats.

Toen in de crisisjaren-dertig van de vorige eeuw veel tramlijnen verliezen maakten, gingen deze maatschappijen failliet en verdwenen de tramrails. Hier waren de autofabrikanten niet rouwig om, want het opende een enorme markt. Onder leiding van autogigant General Motors begonnen ze een lobbygroep, de National Highway Users Conference, om te voorkomen dat hetzelfde met autowegen zou gebeuren.

Hitlers Autobahn krijgt navolging

Met succes. De toenmalige Amerikaanse president Dwight D. Eisenhower, die als generaal in Duitsland had gevochten, was diep onder de indruk van Hitlers Autobahn waarover de nazi’s snel troepen konden verplaatsen. Hij dacht: dat wil ik in de VS ook. Erg moeilijk was het dus niet voor de autolobby om Eisenhower over te halen.

Dit zouden geen tolwegen zijn, maar ‘freeways’. Gratis om op te rijden, maar natuurlijk wel betaald door de belastingbetaler. Het plan was om er een enorm netwerk van deze tolvrije snelwegen, de Superhighways, aan te leggen dwars door de Verenigde Staten. Dit zou worden gefinancierd door belasting op benzine. En zo geschiedde.

“Stadsverbetering”

Plezierige bijkomstigheid was ook dat er allerlei armoedige wijken, waar Ieren, zwarten, Italianen en ander niet-Angelsaksische losers woonden, konden worden gesloopt om enorme klaverbladen, opritten en andere onderdelen van snelwegen aan te kunnen leggen. Het gevolg was dat steden in stukken werden geknipt door snelwegen en onleefbaar werden voor iedereen die geen auto had. Belastingen op benzine in de Verenigde Staten zijn zo laag, dat er niets terechtkwam van het bekostigen van de highways. Hier in Nederland zijn ze overigens door de hogere accijns wel winstgevend.

Kortom, door de succesvolle lobby van de auto-industrie werden de Amerikaanse steden zo onherstelbaar verbeterd, dat je wel een auto moest hebben om je te verplaatsen. Gouden jaren voor de automakers in Detroit natuurlijk. Maar met het openbaar vervoer ging het steeds verder bergafwaarts. Projectontwikkelaars verleidden arbeiders om naar de suburbs te verhuizen. Deze suburbs, met grote vrijstaande huizen met een flinke tuin, zijn zo uitgestrekt dat je wel een auto moet hebben om je er te verplaatsen.

Gegijzeld tussen de highways

Nu olie steeds duurder wordt en milieu best wel een dingetje is, beginnen steeds meer Amerikanen te beseffen dat het misschien toch niet zo slim was om het zo aan te pakken. Maar helaas zitten ze nu opgesloten tussen enorme snelwegen; verdwaald in uitgestrekte suburbs.

Toen de benzine nog goedkoop was, was dat niet zo’n probleem. Maar zelfs met de lage Amerikaanse belastingen betaal je daar nu al gauw een euro per liter dinosaurussap. Als je in het “gelukkige” bezit bent van een Amerikaanse SUV die 1 op 10 rijdt, dan kan je je baas maar beter om flink wat opslag vragen.

2 reacties

  1. Het OV zou slecht zijn in de USA? Pff…

    Door grote steden als NY en Washington kom je nog steeds het best met de metro en/of taxi. Boston, Miami, Philadelphia en LA hebben ook prima functionerende metro’s. San Francisco staat natuurlijk bekend om z’n trammetjes. Voor wat langere afstanden zijn de greyhound en Coach USA bussen legendarisch. Maar ook Trailways en MegaBus zijn groot. Nog verder? Amtrak trein.

    En wij zijn het minder gewend, maar in principe zijn vliegtuigen ook gewoon openbaar vervoer.

    • Waarschijnlijk ben je dan alleen in de grote steden geweest. In de grote steden is het iets beter, alhoewel ook hier verre van ideaal maar in kleinere plaatsen is het een drama. Er is maar een handvol spoorverbindingen en in staten als South Dakota is er welgeteld één Greyhound bushalte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *