Een Amerikaanse man heeft van de rechter een boete opgelegd gekregen van 183.000 dollar voor deelname aan een DDoS-aanval die niet langer dan één minuut duurde en voor 5.000 dollar schade veroorzaakte.
Bij een DDoS-aanval wordt een server van een bedrijf in korte tijd door vele computers in een netwerk (internet) bestookt met aanvragen. Het doel is om de server -vaak een server waarop een website draait- over te belasten en daarmee onbereikbaar te maken. Het uitvoeren van een DDoS-aanval is illegaal. Meer uitleg vind je hier.
Koch Industries
De Amerikaan Eric J. Rosol was het niet eens met de politieke agenda van de miljardairs Koch, eigenaren van Koch Industries, de op één na grootste private multinational in de Verenigde Staten. De gebroeders Koch worden ervan beschuldigd oneigenlijke politieke druk uit te oefenen in de staat Wisconsin.
1 minuut, 5.000 dollar schade
Uit ongenoegen hierover besloot Rosol deel te namen aan een DDoS-aanval gericht op de website van Koch Industries. Het duurde slechts 1 minuut voordat de website onderuit ging en de aanval zijn doel had bereikt. In totaal is de website 15 minuten offline geweest en Koch Industries heeft becijferd dat het bedrijf hierdoor voor 5.000 dollar schade heeft geleden.
Desondanks is Rosol veroordeeld tot het betalen van 183.000 dollar. Dit ter compensatie van de kosten die Koch Industries heeft moeten maken voor maatregelen om de website beter te beveiligen tegen DDoS-aanvallen.
Hoger beroep
Iemand die in de staat Wisconsin voor 5.000 dollar aan waarde steelt bij de buren, kan een boete tot maximaal 10.000 dollar krijgen of 3,5 jaar celstraf, of beiden afhankelijk van de omstandigheden. Een boete van 183.000 voor een vergrijp dat 5.000 schade veroorzaakte, lijkt dus wat buiten proportie.
Bovendien is de impact van één enkele computer tijdens een DDoS-aanval zeer gering, maar Rosal had de pech dat men hem heeft kunnen traceren en waarschijnlijk wilde de rechter een voorbeeld stellen. Rosol is in hoger beroep gegaan. (via: geek.com)
