Daarom wordt jouw smartphone steeds duurder

worden-smartphones-steeds-duurder
Of verbeelden we onszelf dat maar?

Toen de Samsung Galaxy S7 in februari 2016 werd geïntroduceerd lag de introductieprijs op € 699,-. Toen Apple eind 2017 met de iPhone X kwam was de schok groot. Met een adviesprijs van € 1.159,- ging deze namelijk dik door de psychologische grens van € 1.000,-. Nu zijn we een goede anderhalf jaar verder en kost de duurste telefoon € 1.600,- terwijl men verwacht dat de opvouwbare telefoons zelfs door het prijsplafond van $ 2.000,- gaan. Het lijkt er dus op dat de mobiele telefoons steeds duurder worden. Daar zijn drie factoren voor te noemen.

Psychologische effecten
De vraag is of telefoons echt duurder zijn geworden in de laatste jaren of dat we dat alleen denken doordat we de prijsstijgingen nu kunnen volgen. Immers, toen de prijs van de telefoon nog in de abonnementsprijs verwerkt zat wisten veel mensen niet hoe duur hun smartphone was en hoe snel prijzen stegen. Zij keken alleen naar een goed maandbedrag.

Tegenvallende verkopen
Wie onze bijdragen over de tegenvallende verkopen van Apple X een beetje volgt ziet dat er minder smartphones verkocht worden. Dit komt voor een deel omdat mensen eerder een tweedehands smartphone kopen en voor een deel omdat ze langer met hun smartphone doen. Ook dit komt voor een deel door de loskoppeling van telefoons en abonnementen. Nu je niet meer iedere twee jaar ‘gratis’ de duurste telefoons mag uitzoeken bij jouw abonnement zijn mensen ineens veel prijsbewuster. Ze houden de telefoon liever wat langer. De fabrikant heeft dus de keuze, of duurdere toestellen produceren of meer produceren, als hij dezelfde winst wil halen. Een merk als Apple kiest duidelijk voor de eerdere variant, terwijl prijsvechters juist proberen zo veel mogelijk telefoon voor zo weinig mogelijk geld te leveren.

Gestegen productiekosten en inflatie
Onderzoekers zochten uit dat de kosten van de onderdelen in een nieuwe iPhone 4 in 2010 (afgerond) € 168,- bedroegen. De onderdelen in de iPhone XS Max kostten bij elkaar € 345,- afgerond. Daar komt de factor inflatie bij. Wie in 2010 € 570,- voor een nieuwe smartphone uitgaf, zou door inflatie nu € 660,- voor diezelfde smartphone moeten betalen. Als we bij die € 660,- de gestegen kosten voor onderdelen van € 177,- tellen komen we aan een budget van € 837,-. Laat dit nu bijzonder dicht in de buurt komen van de introductieprijs van de Samsung Galaxy S10 (die met 128 GB geheugen zo’n € 879,- kost).

Conclusie
De bijzonder hoge prijzen die voor smartphones genoemd worden zijn vaak prijzen voor bijzondere telefoons of telefoons met extra toepassingen. De meestverkochte ‘standaardmodellen’ zijn, zoals uit onderzoekt blijkt, helemaal niet veel duurder dan vroeger. Sterker nog, als we de langere levensduur en hogere restwaarde in ogenschouw nemen zouden de smartphones wel eens relatief goedkoper kunnen zijn.

Eén reactie

  1. en als je dat niet gelooft maken ze je wel iets anders kwijt. Inflatie is allemaal goed maar mijn salaris gaat niet zo snel omhoog als een mobieltje. Je koopt een goede laptop voor 700 euro, dus waarom dan een mobiel voor meer dan 1000…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *