steentijd gadget

Gadgets uit het Stenen Tijdperk

Ook in het stenen tijdperk droegen jagers en verzamelaars al handige gadgets bij zich. Van enkele hebben we overblijfsels teruggevonden. In dit artikel trappen we de wekelijkse serie af.

Gadgets ouder dan de mens

Het stenen tijdperk begon meer dan 3,3 miljoen jaar geleden. Uit die tijd, het plioceen, zijn de eerste overblijfselen van stenen werktuigen gevonden in de buurt van Lomekwi in Kenia. Deze overblijfselen lagen in de buurt van skeletten van homo habilis en werden daarna verder ontwikkeld door homo erectus en, later, homo heidelbergensis en zijn afstammeling, de neanderthaler. Het is niet duidelijk waar deze voor werden gebruikt.

Volgens sommigen kon zelfs de Australopithecus steen bewerken. De moderne mens, homo sapiens, bestond nog niet. Dus we kunnen zeggen dat gadgets en techniek, ouder zijn dan de mens. Mogelijk zelfs ouder dan ons geslacht, Homo.

Vuurstenen bijl

Tweezijdige vuurstenen vuistbijl, tussen de 500.000 en 300.000 jaar oud. Bron: Wikipedia/Didier Descouens (CC BY-SA 4.0)

Overal zijn prehistorische vindplaatsen uit de steentijd bezaaid met restanten van vuurstenen bijlen en het maakproces. Waarschijnlijk is de vuistbijl van vuursteen de oudste gadget die de mensheid kent en in ieder geval veel ouder dan de moderne mens.

Zo maakten de Heidelbergmensen en de neanderthalers van de Aurignacien-cultuur ze al. Bij het maken van vuurstenen bijlen, wat een nauwkeurig werkje is, komen scherpe scherven vrij. Later, toen pijl en boog waren uitgevonden, waren jagers daar erg blij mee. Want daar kan je handige pijlpunten mee maken.

Een vuistbijl is handig als snij- en schraap gereedschap, maar om een boomstam om te zagen wil je meer kracht kunnen zetten. Vandaar dat er later ook bijlen met een steel verschenen.

Speer

Tegen grote roofdieren en grote prooidieren kan de mens maar weinig beginnen. We hebben geen scherpe tanden of scherpe klauwen. Maar wie niet sterk is, moet slim zijn en menige sabeltandtijger, mammoet en holenbeer eindigde met een vuurstenen speer tussen zijn ribben. Speren kunnen ook geworpen worden, waardoor jagers gevaarlijke dieren van een afstand kunnen aanvallen.

De eerste overblijfselen van speren zijn rond 400.000 jaar oud, zoals deze in Duitsland teruggevonden speer. Dus ook de speer is ouder dan de moderne mens. Eerst waren speren alleen in het vuur geharde gepunte stokken. Daarna kwamen er speren met een vuurstenen punt.

Rond de 300.000 jaar geleden vond er een revolutie plaats. Vanaf die tijd werden werktuigen steeds complexer. Mogelijk omdat er een evolutionaire sprong plaatsvond. Hierdoor kunnen we abstracter denken. Later, tegen het einde van de ijstijd, werd aan de speer een speerwerper, een atlatl, toegevoegd. Daarmee kan je een speer veel verder werpen. Wat natuurlijk erg handig is tijdens de jacht of een vete met een naburige stam.

Vuurstenen mes

Moustérien mes uit Israël, de berg Karmel, 130.000 jaar oud. Bron Wesleyan University

Vuursteen is vlijmscherp, scherper zelfs dan metaal. Maar wel breekbaar. De Neanderthalers en moderne mensen gebruikten daarom in die tijd messen met een dikke achterkant. Op die manier brak het mes niet af als je er mee sneed. Dit soort messen maken vereiste veel handigheid en precisie. Eén fout en je kon weer opnieuw beginnen.

Deze messen werden gebruikt om dieren te slachten, hun huid af te schrapen (om daar kleding van te maken) en plantenstengels af te snijden. Kortom: dit Zwitserse zakmes van de steentijd was een onmisbaar gereedschap voor iedere zichzelf respecterende steentijdmens uit die tijd.

Sieraden

Bron: Science Advances, fair use

Ongeveer uit dezelfde tijd, rond de 100.000 jaar geleden, dateren de schelpenkralen van de grot van Bizmoune, in Marokko. In totaal ontdekten de archeologen 33 kralen. Gemaakt van zeeschelpen. Sommige van de schelpen zijn met stenen gereedschappen bijgewerkt.

Ook ontdekten de archeologen restanten van rood pigment op de schelpen. Soortgelijke sieraden zijn ook op andere plaatsen ontdekt.

De grot bevond zich in de tijd dat deze kralen van schelpen werden gemaakt, op ongeveer 30 km afstand van de kust. Archeologen vermoedden daarom dat 100.000 jaar geleden er al complexere sociale verbanden bestonden en dat de bewoners van Noord-Afrika uitgebreid contact met elkaar hadden.

Godinnenbeeldjes

Venus van Willendorf. (Bjørn Christian Tørrissen/Wikimedia Commons/CC BY-SA 4.0)

Tussen 38.000 en 14.000 jaar geleden waren deze mysterieuze stenen beeldjes van ziekelijk dikke vrouwen erg populair. Het klimaat in die tijd, het dieptepunt van de ijstijd, was erg bar en variabel. Hongersnoden kwamen geregeld voor. Onderzoekers dachten vroeger dat deze beeldjes vruchtbaarheidssymbolen waren. Totdat een merkwaardig verband gevonden werd.

In de buurt van gletsjers, waar de klimaatomstandigheden het beroerdst waren, waren de beeldjes het meest corpulent. Ook dateren de meeste beeldjes uit de tijd van extreme klimaatschommelingen. Lichaamsvet is de beste manier om een hongersnood te overleven. Daarom denken sommige onderzoekers dat die beeldjes als inspiratie dienden voor vrouwen om net zo dik te worden en van generatie op generatie door werden gegeven.

Nu brak een nieuwe tijd aan: de nieuwe steentijd. De ijstijd was definitief voorbij en de mensheid had alle gelegenheid om nieuwe gadgets te ontwikkelen.

Pottenbakken

Het oudste aardewerk ooit? Bron: Provinciaal Museum van Human, China

In 2009 deden archeologen in China een spectaculaire ontdekking. In een grot ontdekten ze stukken aardewerk van 15.000-18.000 jaar oud. In de grotten vonden ze ook resten van varkens, vogels, schildpadden, vissen, herten en kleine zoogdieren.

Verrassend was de ontdekking van rijst. Mogelijk was dit wilde rijst, maar als dit gekweekte rijst is, bestond er dus tijdens de ijstijd al landbouw. Dat zou een zeer spectaculaire ontdekking zijn, want tot nu toe werd aangenomen dat landbouw pas rond 10.000 jaar geleden is uitgevonden.

We weten wel dat de bewoners van de grot waarschijnlijk geen zwervend bestaan leidden. Aardewerk, laat staan een pottenbakkersoven, is niet praktisch om mee te nemen voor nomaden, want het is zwaar en breekbaar. Dan moet er dus een overvloedige voedselbron in de buurt zijn geweest. Nog ouder aardewerk, rond de 20.000 jaar oud, dateert uit een grot in de provincie Jiangxi.

Gevlochten mand

In de Judese Woestijn in Israël ontdekten archeologen in een grot, een intacte, meer dan 10.000 jaar oude gevlochten mand. Deze mand had een inhoud van rond de 90 liter. Archeologen denken dat ze waarschijnlijk werden gebruikt om dingen als voedsel in op te slaan.

Voordat het aardewerk in zwang kwam, enkele duizenden jaren later, waren gevlochten manden de enige manier om voedsel op te slaan.

Alleen door de kurkdroge omstandigheden in de grot waar deze werd aangetroffen, kon de mand overleven. We weten daarom dat de mensen in de steentijd manden vlochten en mogelijk ook andere dingen. Want er zijn vlasvezels gevonden in een grot in Georgië van meer dan 34.000 jaar oud. Inderdaad is linnen een stuk comfortabeler dan een dierenhuid.

Waarschijnlijk beschikten de mensen van de stenen tijdperk over nog meer gadgets dan dit, maar dan van vergankelijk materiaal, zoals leer, hout en riet. Zo was deze mand een gelukstreffer. Omstandigheden zoals in deze grot, komen maar zelden voor. Alleen steen, been, metaal en keramiek overleeft de eeuwen. Zachtere materialen vergaan. In de volgende aflevering kijken we verder dan de steentijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *