Het Amerikaanse leger zet drones in om telefoons van vijanden op te sporen en vervolgens die locatie te bombarderen. Of het beoogde doelwit dan uitgeschakeld is, blijft vaak onzeker.
Deze omstreden werkwijze op basis van geolokalisering werd bekendgemaakt door een voormalig drone-bestuurder van het Amerikaanse leger. Hij meldt dat ze niet achter vijanden aan gingen, maar achter de telefoons van vijanden, in de hoop dat de personen zich op dezelfde locatie schuil hielden.
Volgens eerdere informatie die Edward Snowden naar buiten bracht, spoort de National Security Agency (NSA) locatiegegevens van smartphones op via signals intelligence. Bij deze afluisterpraktijken tappen ze zendmasten af en gebruiken ze ook drones om contact te maken met telefoonsignalen.
Het bombarderen door de drones krijgt nu veel weerstand. Met name rechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch zijn het er niet mee eens. Volgens hun vallen er bij deze acties veel burgerdoden en weet het leger nooit zeker of het beoogde doelwit op de locatie aanwezig is.
Met dit soort nieuws wordt deze vorm van drone-kattekwaad ineens een stuk onschuldiger.
