Een nieuwe studie zegt: hell no, dat zijn ze zeker niet.
De een heeft er 30, de ander 3000. Vast staat dat je Facebook-vrienden niet de mensen zijn die je helpen als je moet verhuizen. Ergens weten we dat ook wel; we gebruiken Facebook natuurlijk ook om in contact te blijven met mensen die we anders nog weinig zouden zien, bijvoorbeeld. Maar dat we maar op 4 van elke 150 vrienden kunnen rekenen is wel heel erg weinig. De overige 146 zouden we zelf nooit om hulp of steun vragen, zo blijkt uit het onderzoek van Robin Dunbar, professor in de evolutionaire psychologie aan Oxford. Hij stelt dat er cognitieve beperkingen zijn aan het aantal vrienden dat we aankunnen en dat technologie die beperkingen niet opheft.
De respondenten gaven aan welk percentage van hun Facebook-vrienden ze beschouwen als een ‘echte vriend’ en dat percentage lag op 27,6%. Maar toen werd gevraagd op hoeveel van hen ze konden rekenen in tijden van crisis, kwam het gemiddelde aantal vrienden op 4,1. Nog eens 14 vrienden zouden in ieder geval ‘iets van sympathie’ tonen. Het is dus maar wat je als een echte vriend beschouwt.
Dunbar over het onderzoek:
“Friendships, in particular, have a natural decay rate in the absence of contact, and social media may well function to slow down the rate of decay. However, that alone may not be sufficient to prevent friendships eventually dying naturally if they are not occasionally reinforced by face-to-face interaction.”
De sleutel om veel vrienden te hebben is dus niet om Jan en allemaal toe te voegen op social-media, maar om je echte vrienden af en toe te bellen en af te spreken.
