Een greep uit de Netflix Trendinglijst: Formula 1: Drive to Survive

In deze reeks doen we een poging je te helpen door een willekeurige titel uit de lijst met trending content van Netflix te halen en je te vertellen waarom wij het de moeite waard vinden om te kijken. Dit keer een show voor de mensen die elke race weekend hopen dat het flink gaat regenen: Formula 1: Drive to Survive.

Een documentaire, of gewoon Hollywood?

Drive to Survive heeft een gemengde reputatie onder de Formule 1 fans. Aan de ene kant heb je de mensen die snerend verwijzen als “DTS fans.” DTS is de afkorting voor Drive to Survive. De sensatie makerij van de serie valt duidelijk niet bij iedereen in de smaak en wordt een soort symbool voor alles wat er kennelijk mis is met de sport, het grote geld, de belangen die ver boven het pure racen uitstijgen. De GP van Miami toonde al aan dat voor de grote namen achter de sport, F1 veel meer een spektakel moet worden. Meer dan één F1 rijder is het in ieder geval ten dele eens met dat statement.

Maar Drive to Survive staat daar wat mij betreft los van. Het nadeel van al dat spektakel is dat het afbreuk doet aan de race zelf, maar DTS komt steeds pas na het einde van het seizoen uit, dus wat is het probleem? Ja DTS is geen authentieke F1 ervaring. Je hoeft tenslotte niet in je poncho door de gutsende regen heen te pogen iets te zien van de wagens die met enorme snelheid door Eau Rouge heen denderen. Toto Wolff, chef van het team van Mercedes zei het wat mij betreft het beste: “Dit is geen documentaire, dit komt dichter bij Top Gun dan een documentaire.” Wolff bedoelde het zeker niet als compliment, maar ik vind Top Gun best vermakelijk, en DTS is wat mij betreft puur goud.

DTS stelt de vraag: Wat nu als F1 een soap was?

Zoals gezegd komt DTS steeds met een nieuw seizoen na de conclusie van het raceseizoen. Elk seizoen volgt ruwweg de ontwikkelingen van het raceseizoen van dat jaar, met her en der wat tijdsprongen. Je kijkt dan ook niet om te weten wie er gewonnen heeft. DTS zoemt in elke aflevering in op een of meerdere rijders, hun strubbelingen en (als ze er zijn) triomfen. De conflicten worden uitvergroot en de show presenteert vaak de zaken zo dat er iets van een narratief ontstaat. Soms gaat DTS in dit opzicht zeker te ver, bijvoorbeeld wanneer het met een nep radiobericht de insinuatie wekte dat er een strijd was tussen McLaren rijders Lando Norris en Daniel Ricciardo.

De verhalen die DTS vertelt dienen dan ook vooral met een korreltje zout genomen te worden. Formule 1 is in essentie een stuk theater, DTS vergroot dat enkel. Het kiest er enkel voor om in te zoomen op de acteurs en niet de voorstelling zelf, en creëert daarmee een compleet nieuwe voorstelling. De strijd tussen Alpine en McLaren vorig jaar, zowel op als naast het circuit was geen wereldnieuws. Maar dat gevoel krijg je er wel bij wanneer DTS het van haar speciale sausje voorziet. 

Daniël Ricciardo is een voorbeeld van een rijder die perfect is voor DTS. Dikke grijns, makkelijke babbel en bovenal een gevoelsmens. Dat komt tijdens de interviews ook wel naar boven, maar DTS biedt een podium waar dergelijke rijders helemaal mee weg lopen. Ze krijgen even de kans om de hoofdrol te spelen in hun eigen F1 dramedy. Helemaal leuk voor zij die niet elk weekend voorop rijden. 

En dan zijn er de memes, oh de memes!

Drive to Survive is dus meer een soort mosterd na de maaltijd voor mensen die geen genoeg kunnen krijgen van mosterd. Interviews met rijders en teambazen geven een kijkje achter de deur bij de grote teams. Het is een kans om de gezichten van F1 wat beter te leren kennen. Stukjes van DTS figureren prominent in het F1 Mythos dat de fans bouwen op sites als Reddit. 

Guenther Steiner is daar een perfect voorbeeld van. Steiner is de teambaas van team Haas. Een team dat soms, met een beetje geluk (en een goeie zaterdag), meedoet om de laatste paar punten. Maar Steiner speelt een hoofdrol waar het gaat om F1 memes, met als kopstuk de befaamde Fok Smash episode. Het zou je zomaar zijn ontgaan als je alleen in de weekenden F1 op het scherm hebt.

Dus, een aanrader of niet?

Ben jij iemand die voornamelijk gewoon supersnelle auto’s hele snelle rondetijden neer wil zien zetten? Houd je meer van conflicten die zich uiten in inhaalmanoeuvres? Dan is Drive to Survive wellicht niet voor jou. Maar ben jij iemand die zich afvraagt wat er zich afspeeld achter die donkere vizieren? Dan raad ik je DTS van harte aan. Fernando Alonso wist de aard van F1 als geen ander te verwoorden toen hij zei “We spelen hier allemaal en personage, en ik ben de slechterik.” Als dergelijk theater je wel aanspreekt, is hier de Netflix link.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *